CDs
Dick van der Harst verrast met virtuoze Banda
Als broekie van negen trommelde hij al in harmonie Eensgezind van Nieuwkoop. Na meer dan een half leven in Gent leidde een compositieopdracht van de provincie Oost-Vlaanderen uiteindelijk tot zijn eigen Banda Azufaifo van Dick van der Harst.
Deze Vlaams Nederlandse componist / muzikant / dirigent en bezieler van Het Muziek Lod, trok met zijn 33 koppige banda vanaf lente 2004 anderhalf jaar langs tal van podia en over straten en pleinen waaronder ook het Abdijplein in Middelburg en het Leidseplein in Amsterdam. Van een van die concerten, in de Handelsbeurs in Gent, zijn de opnamen nu vastgelegd op het fraaie album Dead Slow.
Het is niet zomaar een fanfare met wat hout, laat staan statige fanfaremuziek. De composities getuigen van een lange liefde voor levende traditie. De blazers schetteren als een Bretonse Bagad, wervelen als een Catalaanse Cobla, huilen als een Italiaanse Banda. en stomen als een Balkanbrei. De trommelaars geselen hun snare-drums alsof ze opmarcheren met een Schotse doedelzakband. Maar soms waan je je ook gewoon in het Concertgebouw zoals tijdens de knappe eigentijdse indringende vertolking van het roerende ‘March fot the funeral of Queen Mary' van Henry Purcell.
De samenstelling van Banda Azufaifa (azufaifo = Catalaans voor een boomsoort waaruit sommige instrumenten vervaardigd zijn) is er dan ook naar. Trompetten, trombones, euphoniums, baritonsaxen, bassax, tuba, bastrombone en slagwerk worden aangevuld met tibles en tenora's, Spaanse hobo-achtige dubbelrietinstrumenten met de klank van een schalmei.
Folkies herkennen ongetwijfeld heel wat namen van de Banda, zoals Kim Delcour, Mattias Laga, Bart Maris, Marc Goris, Frederik Heirman, Marc De Maeseneer, of een Nic Roseeuw. Muzikanten die ook spelen in groepen als Olla Vogala, Jaune Toujours, etc.
Van der Harst blijkt geboeid door marsen, walsjes, laatmiddeleeuwse en vroegrenaissance muziek. Vrijwel alle composities zijn van zijn hand, maar hij bewerkt ook een Bretonse traditional, alsook een Catalaanse en een Vlaamse (De ondergang van Dendermonde) en materiaal van Bram Vermeulen (Joanna) en Henry Purcell.
De combinatie van de schelle schalmei-klank en het warme koper plus het droge staccato geroffel op snare-drums zorgt voor een intrigerende sound. Bovendien stoeit Van der Harst onbevangen met ritmes, thema's en kleuren. Never a doll moment. Maar je moet er wel actief naar luisteren. Als je van toeten noch blazen weet en deze cd argeloos als achtergrondmuziek opzet, wordt je horendol van al het geschetter. Maar wanneer je je ogen sluit en ín de muziek kruipt is het genieten. Dan krijgt het iets filmisch.
Zoals in ‘Nog Een Reuzenliedje' waarin de banda als het ware op een gegeven moment als een verzopen dweilorkest aswoensdag 's ochtends vroeg door droevig verlaten straten van Maastricht hompelt met een heerlijk klagende trombone van Koen Tobback. Of zoals in het afsluitende Floyd/Drama dat het beeld oproept van een kudde losgeslagen wilde stieren dat in de straten van Pamplona het gillend publiek alle kanten opjaagt. De daarna vredig invallende stilte blijkt niet het einde te zijn van dit album, want na een minuut of vijf wordt je opgeschrikt met gekmakend getetter. Nee, het is geen gewone fanfarekost...
Al met al is Dead Slow een ongewoon virtuoos, maar vooral ook boeiend album, in een weer geheel andere benadering dan anderen die de laatste jaren fanfareklanken terugbrengen in de belangstelling zoals Gé Reinders, Gerard van Maasakkers, Think of One of Wadakawada.
Henk - Waardering 8