Michael Marks - King Of Paper Clowns - eigen beheer, www.michaelmarks.nl
We krijgen regelmatig verzoeken om een cd te recenseren, maar een tijdje geleden was er een bijzondere vraag. Ruud van der Wel doet al een aantal jaren ademhalingstherapie door middel van muziekinstrumenten. Zijn leerlingen zijn kinderen met een ernstige vorm van spierziekte. Michael Marks was bereid om zijn eerste album, King Of Paper Clowns, te doneren aan dat goede doel. En daar gaat nog een heel verhaal aan vooraf...
Michael Marks is een geboren Welshman, die jaren terug succes leek te gaan krijgen met zijn eerste plaat, Camouflage. In de Ierse hoofdstad Dublin had hij de aandacht getrokken van de begeleidingsband van Sinéad O'Connor, kreeg een platencontract, zijn muziek werd op de radio gedraaid en het geluk lachte hem toe. Toen overleed de baas van het label, dat vervolgens ook ten dode opgeschreven was, en het album werd niet uitgebracht. Verkoop via internet wilde ook niet vlotten en vervolgens ging het mis in zijn persoonlijk leven. Eerst was er goed nieuws, zijn vrouw was zwanger. Vervolgens bleek het kind ernstig ziek, na een jaar lang balanceren op de rand van de dood kwam het er toch bovenop. Er kwamen nog een paar kinderen, en het gezin woonde een aantal jaren in Ridderkerk. In die tijd ontmoette Marks Ruud van der Wel, en er ontstond een vriendschap. Ook pakte hij zijn muziek weer op. Michael wist de rechten van zijn eerste album te krijgen, en dat werd opgepoetst om het nog eens te proberen. De titel werd veranderd in King Of Paper Clowns en de opbrengsten worden besteed aan de aanschaf van muziekinstrumenten die de kinderen mee naar huis kunnen nemen om daar ook hun therapie te kunnen volgen.
Dan wordt het tijd om wat regels aan de cd te wijden. Die duurt een uur, 13 nummers staan erop. Op www.cdbaby.com is het album terug te vinden onder de naam Celticked, maar is het niet te bestellen. De tracklist leert ons dat op King Of Paper Clowns het nummer Busking Bewleys is komen te vervallen, maar daarvoor in de plaats krijgen we er wel drie bonustracks bij. Alles is geschreven, gearrangeerd en geproduceerd door Michael Marks zelf. De meeste nummers zijn in Ierland opgenomen, twee stukken in de studio van Van der Wel, die ook meespeelt op basdrums en percussie. In de begeleiding zitten heel wat Ierse muzikanten, waaronder enkele bekende namen van Riverdance, zoals Mick Kinsella (mondharmonica), Declan Masterson (uillean pipes, speelde ook met Christy Moore, Planxty en het London Symphony Orchestra) en drummer Robbie Casserly was o.a. te horen met de Chieftains, Van Morrison en Paul Brady.
King Of Paper Clowns is bovenal een gevarieerde plaat, of misschien kan ik beter zeggen eclectisch. Folk, pop, jazz, blues, je vindt het er allemaal op terug. Zo begint het met Big Jigsaw, een nummer dat doet denken aan One Night In Bangkok (Murray Head, uit de musical Chess) maar een veel folkier karakter heeft. Het achtergrondkoortje geeft een paar aanstekelijke yells tussendoor. Bum In Camouflage (Al Jarreau-achtig), Call For Violins (ietwat zoetig, poppy) en Power Greater Than I Am (is mij iets te vaag) konden me niet zo boeien. Daar staan weer een paar sterke liedjes tegenover. Dei Profundis gaat over de hypocrisie van rijk tegenover arm. In Bonfire Of The Guns is een heuse reel te horen, waarbij Marks zich in de tekst een wereld voorstelt waarin de geweren in een vreugdevuur verbrand worden. Meer singer-songwriterachtig is Loneliness Can Kill You (de zwartgallige titel zegt al genoeg). Een ouderwetse jaren 20 blues, maar toch door Marks zelf geschreven, is Pig Meal Number 1, dat zich afspeelt in het gevang. Hierop is Mick Kinsella te horen met een heerlijke mondharmonicapartij en de gitaaroutro van Damien Gallagher mag er ook wezen. De eerste bonus, The Hallelujah Song, is een soort gospel, maar dan niet al te religieus en met fijn raggende gitaren. Marks wilde gewoon een vrolijk nummer schrijven ("for everybody having a rough time"), en het lied dient het doel van het lied. Het is een ode aan de menselijke geest, die toch altijd weer veerkracht toont. Mountain heeft dan weer iets wat neigt naar reggae met een Afrikaans tintje. Het laatste stuk, Buddy, is een typisch kroegnummer, dat begint met een piano en geroezemoes op de achtergrond.
Het is lastig om de cd als geheel te beoordelen. Eigenlijk is het meer een verzamelaar geworden, waarbij elk liedje op zichzelf staat. De enige samenhang die ik kan ontdekken is dat Michael Marks alles zingt met een stem die doet denken aan die van Cat Stevens. Zijn verhalende teksten zijn vaak sterk. Een deel van de stukken heeft overigens op een of andere manier wel een folky inslag, hetgeen logisch is als je naar de achtergrond van de begeleiders kijkt. Het is over het algemeen een optimistische cd, voor de liefhebber met een brede muzieksmaak.
Mirjam Adriaans, waardering: 8-
Voor meer informatie over Ruud van der Wel en zijn therapie: www.mybreathmymusic.com.