jugalbandi trio - brindiban
Jugalbandi Trio - Brindiban - Homerecords 4446020

De Indiaas-Belgische groep Jugalbandi Trio ontstond uit de ontmoeting tussen een percussionist (Suman Sarkar), een jazz-/klassieke pianist (Fabian Fiorini) en een fluitspeler (Fabian Beghin). Fabian Beghin is als accordeonist van Turlu Tursu en via zijn samenwerking met Didier Laloy een bekende naam in folkkringen. In Jugalbandi Trio komen we hem echter in een heel andere hoedanigheid tegen: als bespeler van de Bansuri, een bamboefluit uit India. Daob was de eerste CD van het Jugalbandi Trio. De opvolger heet Brindiban.

"Modern music based on North Indian tradition, introducing piano's harmony", zo luidt de tekst op het hoesje. Dat vereist nadere uitleg. Oorspronkelijk is "Jugalbandi" een kunstvorm waarin 2 verschillende muzikanten in verschillende stijlen met elkaar musiceren. Later werd die betekenis verruimd. Vrij vertaald betekent "jugalbandi" de ontmoeting tussen verschillende kunststijlen die samenkomen in een (grenzeloze) samenwerking. Een vrije vorm van fusiemuziek. In het geval van Jugalbandi Trio, een fusie tussen Noord-Indiase traditionele raga's en Westerse jazz- en geïmproviseerde muziek. Dat klinkt minder bedacht dan het lijkt. Want ook een raga staat of valt met het improvisatietalent van de musicus. Een raga is eigenlijk niet meer dan een improvisatieframe, met grondtoon en dominerende noot. De noot die het sterkst beklemtoond wordt, bepaalt de kleur of emotie van de raga. Maar het is de musicus die via intonatie en versieringen zo'n noot extra inhoud geeft. Je zou kunnen zeggen dat die versiering (gamaka) net zo essentieel is in de Indiase muziek als de harmonie
in de Westerse. Indiase klassieke muziek kent geen meerstemmigheid, modulatie (verandering van toonsoort) of harmonie. Jugalbandi Trio brengt via de piano van Fabian Fiorini harmonische noten in traditionele raga's.

Dat maakt deze CD zeer toegankelijk voor Westerse oren. Een nummer als Troyee is zo'n voorbeeld van een perfecte symbiose tussen klassieke Indiase en Westerse muziek. Mooie jazz klanken uit de piano die volkomen natuurlijk op hun plaats vallen naast die van bansuri en tablas. Charkha heeft vanwege het snelle cyclische ritme wel iets van geïmproviseerde jazz-rock. Akoestisch wel te verstaan. Bij de negen nummers op Brindiban staat een ritmeduiding ofwel Tala. Een tala is een ritmische cyclus, die uit een vast aantal ritmische eenheden bestaat. Klinkt ingewikkeld maar het is een kwestie van tellen. Naargelang het aantal en de indeling in tellen krijgen de tala's andere namen. Op Brindiban vind je de volgende tala's:

Dadra: 6 tellen, ingedeeld in 3-3
Jhaptal: 10 tellen, ingedeeld in 2-3-2-3
Keherawa: 8 tellen, ingedeeld in 4-4
Ektal: 12 tellen, 4-4-2-2
Teental: 16 tellen, ingedeeld in 4-4-4-4

Het onderscheid tussen deze tala's ligt niet in het aantal tellen (Jhaptal en Shooltal hebben bijv. allebei 10 tellen), maar verschillen in indeling (resp. 2-3-2-3 en 4-2-4).
Tala is ook de titel van een ritmisch complex solo-stuk voor tablas. Virtuoos gespeeld door Suman Sarker. Traditioneel waren de tablas slechts een begeleidingsinstrument, maar met name dankzij initiatieven van mensen als Ravi Shankar en Alla Rakha ontwikkelde de tablas zich tot volwaardig solo-instrument. Suman Sarker spreekt in Tala speciale frasen uit die bestaan uit lettergrepen (zoals Ta, Na, Dha, Ghe, Tire, Kita enz.). Zij definiëren vingerplaatsing en toonhoogte voor de bespeler van de tablas.
Prachtig is ook het vraag en antwoordspel tussen tablas en bansuri in Hawaa. In dit nummer, uitgevoerd zonder piano, blijft Jugalbandi dicht bij de Indiase traditie. Maar van wie zijn toch die hele lichte sitarklanken die o.a. in Hawaa te horen zijn? Eén van de mooiste momenten op de CD is het hypnotiserende intro van Apsara. Het warme geluid van de Bansuri in combinatie met piano zorgt voor muzikale verstilling. Betoverend!!

Ik moet toegeven dat ik wat koudwatervrees had toen ik deze CD in handen kreeg. Raga's waren voor mij ellenlange, relatief monotone luisterervaringen. De manier waarop het Jugalbandi Trio, met respect voor de traditie, die raga's moderniseert spreekt mij zeer aan. Relatief korte composities (voor raga-begrippen) die door westerse noten toegankelijker worden maar waarin de traditionele raga als uitgangspunt herkenbaar blijft. Erg knap gedaan.

Paul, waardering: 8

(voor deze recensie gebruikte ik o.a. een artikel, auteur onbekend, dat op internet verscheen n.a.v. een optreden van tablas-speler Zakir Hussain in De Singel, Antwerpen 2002)